Wat is de werkkostenregeling?

Ruim vijf jaar geleden (in 2015) is de zogenaamde werkkostenregeling (WKR) verplicht ingevoerd in Nederland. Dat betekent dat de 29 regelgevingen die er bestonden voor de verschillende vergoedingen en verstrekkingen die je aan je werknemers kunt doen, niet meer afzonderlijk bestaan, ze zijn ineens vervangen door één regeling, de werkkostenregeling.

Een voorbeeld van die achterhaalde regelgevingen is het bekende fietsplan. Daarvoor gold dat bijgehouden en gecontroleerd moest worden dat de fiets in voldoende mate voor het woon-werkverkeer werd gebruikt en hoe ver iemand van het werk woont en of het daardoor aannemelijk is dat diegene de fiets gebruikt voor het woon-werkverkeer. Ook moest bijgehouden worden dat een werknemer maar eens per 3 kalenderjaren deel mocht nemen, tevens was het bedrag gemaximeerd op € 749,-. Dit bracht voor de werkgevers veel administratieve rompslomp met zich mee en de Belastingdienst moest het allemaal controleren. Andere voorbeelden zijn de afzonderlijke regels die er waren voor bedrijfsfitness en een computer of laptop van de zaak.

De WKR maakt dit allemaal veel eenvoudiger en overzichtelijker. De werkgever heeft jaarlijks een bepaald budget tot zijn beschikking waaruit hij deze vergoedingen en verstrekkingen kan doen. Dit budget kan per jaar verschillen maar is een percentage van de totale fiscale loonsom van de organisatie. In 2021 is dit 1,18% met de aanvulling dat dit percentage over de eerste € 400.000 van de loonsom 3% is. Dat laatste is een tijdelijke verruiming van 1,7% naar 3% in verband met de huidige coronacrisis en geldt alleen voor 2020 en 2021.

Dit percentage is de zogenaamde vrije ruimte, of met een moeilijk woord de forfaitaire ruimte. Dat betekent in feite dat je voor alle vergoedingen en verstrekkingen die je aan je werknemers doet, 1,18% (en 3% over de eerste € 400.00) van de totale fiscale loonsom beschikbaar heeft. Als je deze vrije ruimte overschrijdt, dien je over de overschrijding een eindheffing van 80% te voldoen.