Verklaring omtrent gedrag (VOG) en de werkkostenregeling (WKR)

Onder de werkkostenregeling worden in specifieke gevallen kostenposten vrijgesteld. Dit houdt in dat uitgaven die onder bepaalde kostenposten vallen niet ten koste van de vrije ruimte of forfaitaire ruimte nu nog 1.5% van de totale fiscale loonsom van uw organisatie, vanaf 1 januari 2015 wordt dit 1.2% van de werkkostenregelingen gaan. In de meeste gevallen gaat het dan om kosten die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van een functie.

Logisch gedacht zou de verklaring omtrent gedrag hier ook onder kunnen vallen, aangezien deze kosten logischerwijs vallen onder kosten die direct verband houden met het uitoefenen van de functie. Het voordeel voor de werknemer is niet geheel aanwezig, omdat de verplichting bestaat de VOG bij de werkgever in bewaring te geven. Logischerwijs zou daarom gekozen kunnen worden om de kostenpost als intermediaire kosten op te mogen voeren. Daarmee zouden de kosten een nihilwaardering meekrijgen en buiten de forfaitaire ruimte vallen. Helaas heeft de overheid anders besloten.

De overheid ziet de VOG namelijk niet als noodzakelijke kosten voor het uitoefenen van de functie, maar geeft specifiek aan dat de VOG in het forfaitaire deel van de WKR moet worden ingedeeld. De fiscus is namelijk van mening dat de kosten van de VOG bij de werknemer moeten liggen. Aan de ene kant omdat het de verplichting van de werknemer is de verklaring te overleggen, aan de andere kant omdat de verklaring direct samenhangt met hoe de werknemer functioneert en dus afhankelijk is van die werknemer.

Natuurlijk moeten nog de resultaten van de internet consultatie van maart 2013 worden afgewacht. Hierin heeft staatssecretaris van Financiën Weekers specialisten en werkgevers om advies gevraagd omtrent de werkkostenregeling. Mogelijk leiden de adviezen die hieruit voortkomen tot een aanpassing van de werkkostenregeling op het gebied van de verklaring omtrent gedrag. Via deze site houden we u op de hoogte.