Gebruikelijkheidstoets werkkostenregeling: vraag en antwoord

Binnen de werkkostenregeling is de gebruikelijkheidstoets van belang. Het is een nieuw concept dat is geïntroduceerd met de invoering van de WKR. De toets is bedoeld om oneigenlijk en buitensporig gebruik van de werkkostenregeling te voorkomen. Maar hoe werkt deze toets eigenlijk?

Met de werkkostenregeling is het mogelijk om tot op zekere hoogte kosten op te voeren als loon van de werknemers, zonder dat hier strenge controle op plaats vindt. De gebruikelijkheidstoets bestaat om ervoor te zorgen dat de kosten die voor bepaalde producten of diensten worden opgevoerd niet buiten de perken gaan. De toets geeft aan dat de uitgaven voor een dienst of product niet meer dan 30% mogen afwijken van de kosten die binnen de branche gebruikelijk voor een dienst of product als deze zijn. Het bedrag dat boven deze 30% uitkomt zal als regulier loon moeten worden opgevoerd. We zullen enkele voorbeelden geven om dit te verduidelijken.

Voorbeeld gebruikelijkheidstoets

Binnen de branche van bedrijf X is het normaal om medewerkers jaarlijks een kerstpakket van rond de € 500,- te geven. Deze kosten mogen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling worden opgegeven, omdat zij gebruikelijk zijn binnen de branche. Echter, mocht dit voorkomen in een andere branche waar een kerstpakket van € 70,- gebruikelijk is, dan zal er ongeveer € 410,- als loon moeten worden opgegeven (500 – (1.3 x 70)).

Een grootaandeelhouder van een BV besluit om zichzelf met een nieuwe auto te belonen als bonus en voert hiervoor
€ 150.000,- op in de vrije ruimte van de WKR. Dit zal niet worden goedgekeurd, omdat een buitensporige beloning als deze niet gebruikelijk is en daardoor niet bedoeld is voor de WKR.

Mocht u andere vragen hebben over de gebruikelijkheidstoets, neem dan contact op met één van onze specialisten!