Eindelijk nieuws! De werkkostenregeling is verbeterd en start definitief op 1 januari 2015!

Goed nieuws voor ondernemend Nederland!

Goed nieuws voor ondernemend Nederland!

De werkkostenregeling is de laatste jaren aardig op de schop gegaan. We hebben de verschillende documenten voor u doorgenomen en komen tot de conclusie dat de regeling grondig verbeterd is. Enkele onderwerpen uit de internetconsultatie van 2013 zien we eindelijk terugkomen en er is aandacht besteed aan de wensen van professionals en werkgevers. We zetten de belangrijkste punten hieronder voor u op een rijtje.

  1. De WKR gaat definitief per 1 januari 2015 van start
    De werkkostenregeling is definitief gestart op 1 januari 2015. Iedere werkgever is sindsdien verplicht over op de werkkostenregeling.
  2. Het percentage van de vrije ruimte is verlaagd van 1.5% naar 1.2%
    Waar voorheen nog 1.5% van de totale fiscale brutoloonsom aan vergoedingen en verstrekkingen mocht worden besteed, is dit percentage nu verlaagd naar 1.2%. Het lijkt er dus op dat er minder te besteden is, maar doordat er flexibeler wordt omgegaan met vergoedingen en verstrekkingen die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van de functie (het zogenaamde noodzakelijkheidsprincipe) en doordat branche-eigen producten worden vrijgesteld, houdt men in de praktijk juist meer ruimte over.
  3. Het budget (de 1.2%) dat jaarlijks beschikbaar is, mag concern breed worden getrokken
    Waar er eerst per bedrijf moest worden gekeken, is het nu mogelijk dat verschillende bedrijven van hetzelfde concern één totaal budget krijgen. Zo kan er flexibeler om worden gegaan met vergoedingen die bijvoorbeeld deels voor het ene, en deels voor het andere bedrijf bestemd zijn. De enige voorwaarde is dat de moedermaatschappij vrijwel volledig eigenaar is van de betrokken bedrijven (meer dan 95% belang).
  4. Branche-eigen producten zijn vrijgesteld
    Wanneer u korting aan uw medewerkers gaf voor branche-eigen producten, moest deze korting voorheen in uw werkkostenregelingbudget worden ingedeeld. In de nieuwe regeling zijn dit soort kortingen vrijgesteld, waardoor u niet langer bang hoeft te zijn dat bestaande kortingen uw budget opvullen. Er mag maximaal 20% korting worden gegeven, wat op jaarbasis maximaal tot €500,- per medewerker mag optellen. Elke korting die u hierboven geeft, moet wel als loon worden aangemerkt of in de vrije ruimte worden ingedeeld.
  5. Noodzakelijkheidscriterium voor gereedschappen, computers en mobiele communicatiemiddelen
    Het noodzakelijkheidscriterium was één van de meest besproken zaken van de internetconsultatie uit maart 2013. Dit criterium wordt in de nieuwe werkkostenregeling in afgeslankte vorm toegepast. Wanneer uw medewerkers voor het uitoefenen van hun functie gereedschappen, computers of mobiele communicatiemiddelen nodig hebben, mag u deze verstrekken zonder dat ze uw werkkostenregeling budget opvullen. Voorheen was het zo dat dit alleen mocht wanneer ze voor meer dan 90% zakelijk gebruik bestemd waren en de werkplek niet verlieten. Vooral de laatste eis, het niet mogen verlaten van de werkplek, maakte de zaken erg lastig. Leraren konden bijvoorbeeld niet het lesmateriaal thuis op de tablet nakijken, aangezien deze de werkplek niet mocht verlaten. In de nieuwe werkkostenregeling wordt dit soepeler aangepakt; is het gereedschap, de computer en/of het mobiele communicatiemiddel noodzakelijk voor het uitoefenen van de functie, dan mag het buiten het WKR-budget verstrekt worden, én mee worden genomen naar huis!

De daling van het budget van 1.5% naar 1.2% wordt dus ruimschoots goedgemaakt door het invoeren van het noodzakelijkheidscriterium en de personeelskorting die nu buiten de WKR valt. Zo heeft u nog ruimschoots de gelegenheid om uw personeel extra’s te bieden die zij via het brutoloon mogen aankopen. Zo kan het fietsenplan onder de WKR gewoon worden voortgezet, kunt u fitnessabonnementen via het brutoloon laten verrekenen, maar ook bijvoorbeeld laptops, tablets, GSM’s, etc.