Welke categorieën gerichte vrijstellingen zijn er binnen de werkkostenregeling?
Meer weten over de huidige situatie van gerichte vrijstellingen en/of de mogelijkheden die er zijn binnen de werkkostenregeling? Kijk dan ook eens op HR Praktijk – Gerichte vrijstellingen bieden meer mogelijkheden binnen WKR.
Binnen de werkkostenregeling zijn een 29-tal vergoedingen en verstrekkingen ondergebracht. Dat zijn niet alle vergoedingen en verstrekkingen die er zijn. Er zijn ook een aantal waarover én geen belasting hoeft te worden betaald én niet in de binnen de WKR beschikbare vrije ruimte vallen. Dat zijn de zogenaamde gerichte vrijstellingen. Een vaker gehoorde kritiek is dat er teveel gerichte vrijstellingen zijn, waardoor de werkkostenregeling alsnog een complex verhaal blijft maar het zijn voornamelijk vergoedingen en verstrekkingen die al onbelast waren.
Allereerst zijn er de vervoerskosten. De kosten die gemaakt worden voor zakelijk vervoer, bijvoorbeeld naar een klant of opdrachtgever, worden tot een maximum vrijgesteld. Dit maximum ligt op € 0,19 per zakelijke kilometer. Elke vergoeding boven dit bedrag dat wordt uitgekeerd aan werknemers is in principe belast loon maar mag in plaats daarvan ook in de forfaitaire ruimte worden opgenomen.
De tweede categorie is het tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking. Hieronder vallen de kosten voor overnachtingen die gemaakt worden voor bijvoorbeeld: congressen, klantbezoek, beurzen et cetera. Ook de maaltijden die bij de overnachting horen vallen onder de gerichte vrijstelling.
De derde categorie sluit hier goed op aan, want ook de congressen en beurzen zelf zijn vrijgesteld. Maar dat niet alleen: ook cursussen, vakliteratuur en andere zaken die benodigd zijn voor het onderhouden en verbeteren van de kennis en vaardigheden voor het uitoefenen van een functie, zijn vrij gesteld.
Logischerwijs zijn dus ook studies en opleidingen die gevolgd worden met het oog op het verwerven van (meer) inkomen vrijgesteld. Procedures tot erkenning van verworven competenties, de zogenaamde EVC-procedures vallen ook onder de vrijstelling. Deze kosten zullen dus nooit de forfaitaire ruimte van de WKR vullen.
Deze zijn gericht vrijgesteld als ze voldoen aa het zogenaamde noodzakelijkheidscriterium. In het kort komt dat er op neer dat de betreffende computer, het gereedschap etc. noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de functie. Voorbeelden daarvan zijn het fototoestel van een fotograaf, de kwast van een schilder maar ook de mobiele telefoon van een vertegenwoordiger en de laptop van een journalist. Of iets aan het noodzakelijkheidscriterium voldoet is ter beoordeling van de werkgever en de werkgever moet de kosten volledig voor zijn rekening nemen. Bij uitdiensttreden dient e.e.a. teruggegeven te worden aan de werkgever.
Als laatste categorie vallen nog de kosten die gemaakt worden bij verhuizingen voor het bedrijf. Verhuizingen binnen het eigen land worden gezien als een gerichte vrijstelling, maar ook die naar het buitenland. De zogenaamde extraterritoriale kosten zijn ook een gerichte vrijstelling. Werkgevers hebben voor extraterritoriale kosten de mogelijkheid om de werkelijke kosten te vergoeden, of om te kiezen voor de 30% regeling. Dit houdt in dat er tot 30% van het brutoloon vergoedt mag worden.